Luierbroekjes

Een luierbroekje trek je net als een onderbroek bij je kindje aan. Het is verreweg het makkelijkst als je kindje staat bij het aantrekken. Nu kan lang niet elk kindje al staan als je hem/haar voor het eerst een luierbroekje aantrekt. Dat is geen reden om niet over te stappen op deze broekjes. Ondersteun je kindje gewoon tijdens het aantrekken van het broekje, zodat hij/zij niet zijn/haar eigen volledige gewicht hoeft te dragen. Dat ‘staan’ vind je kindje vaak nog erg leuk ook. Het is overigens wel het meest praktisch om je kindje neer te leggen als je het broekje uit doet om hem/haar te verschonen. Liggend kun je namelijk beter de billetjes schoonvegen dan wanneer je kindje staat.

Vieze luierbroekjes horen thuis bij het restafval. Gooi ze dus niet bij het gft-afval. Luierbroekjes bevatten nu eenmaal bestanddelen die niet te recyclen zijn. Mogen de luierbroekjes wel in de gft-container weggegooid worden, dan staat dit duidelijk op de verpakking vermeld. Bovendien is het in Nederland niet toegestaan om ontlasting, in welke vorm dan ook, weg te gooien bij het gft-afval. Het kan bijvoorbeeld zijn dat je kindje al bepaalde medicijnen gebruikt. De kans bestaat dat er dan medicijnresten in de ontlasting terechtkomen. Dat betekent dat deze medicijnresten elders terecht kunnen komen als het gft-afval wordt verwerkt. Door dit verbod wordt dit voorkomen.

Je kiest voor luierbroekjes als je merkt dat het steeds lastiger wordt om je kindje een schone luier om te doen. Uit praktisch gemak dus voor zowel je kindje als jezelf. Maar wist je dat je met luierbroekjes ook de motorische ontwikkeling van je kindje stimuleert? Verder biedt een luierbroekje je kindje meer bewegingsvrijheid, omdat luierbroekjes rekbaarder zijn dan luiers. Bovendien went je kindje door deze wegwerpluierbroekjes aan het dragen van een gewoon onderbroekje.

Wanneer je kindje erg onrustig is tijdens het verschonen van de luier, is dit een eerste aanwijzing dat het tijd is om over te stappen naar luierbroekjes. Dit merk je bijvoorbeeld aan hevig trappelen met de beentjes of voortdurend heen en weer draaien, waardoor het bijna een gevecht wordt om de luier om te doen. Vergeet niet je kindje te ondersteunen als je overschakelt op luierbroekjes. Deze trek je namelijk aan als je kindje staat en dat kan je kindje waarschijnlijk nog niet, omdat de beentjes nog niet krachtig genoeg zijn Dit alles verschilt natuurlijk per kind. Het bekende ‘Oei, ik groei!’ raadt aan om te beginnen met luierbroekjes als je kindje 8 maanden oud is. Of, om in termen van ‘Oei, ik groei!’ te blijven, vanaf sprong 6. Lees ook het artikel dat we over dit onderwerp hebben geschreven.

Als je voor de eerste keer een luierbroekje in je handen hebt, dan is het soms best lastig om te zien wat nu de voorkant en wat nu de achterkant is. Goed om te weten dus dat de plakstrip van het luierbroekje altijd op de achterkant zit. Verder hebben veel luierbroekjes een print die aan de voorzijde anders is dan aan de achterzijde. Zo zie je aan de voorkant van het broekje bijvoorbeeld het gezicht van een (knuffel)dier en aan de achterkant zie je het achterhoofd en rug van ditzelfde (knuffel)dier. Vaak laat je kindje het ook wel duidelijk merken als het broekje niet goed aangetrokken is. Of je merkt het doordat het wegwerpluierbroekje doorlekt, omdat deze door het verkeerd aantrekken niet goed sluit om de beentjes en taille.

Het ligt voor de hand om luierbroekjes te kopen van hetzelfde merk dat je gebruikte voor wegwerpluiers. Als de wegwerpluiers van dit merk goed bevallen, dan zijn de luierbroekjes van dit merk meestal een goede keuze voor je kindje. Je kindje hoeft zo niet te wennen aan een ander merk. Overstappen naar een ander merk, zorgt namelijk nog wel eens voor luieruitslag in de vorm van pijnlijke billetjes die vaak vuurrood zien. Het is voor je kindje bepaald geen pretje als je hier met een billendoekje overheen veegt. Verschillende tests wijzen uit dat Pampers luierbroekjes als erg goed worden ervaren. Ook de luierbroekjes van Kruidvat en Albert Heyn mogen rekenen op positieve reviews van ouders.